Art. 66.¹
[Inlichtingenverplichting,
onderzoek en heronderzoek] [Geschiedenis:
MvT; versie 12 april 1995;
Stb.
2000, 383; Stb.
2001, 625; Stb.
2003, 376; Stb.
2003, 386; Stb. 2008, 600]
• [Jurisprudentie:
LJN AA3968; AA7064;
AA8691; AD3773;
AD9662]
-1.
Burgemeester en wethouders bepalen welke gegevens
ten behoeve van de verlening van bijstand dan wel de voortzetting
daarvan door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke
bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens
plaatsvindt.
-2. Burgemeester en wethouders onderzoeken de
juistheid en volledigheid van de verkregen gegevens en stellen zo
nodig een onderzoek in naar andere gegevens die noodzakelijk zijn
voor de verlening dan wel de voortzetting van bijstand. Indien het
onderzoek daartoe aanleiding geeft, besluiten burgemeester en
wethouders tot herziening van de bijstand.
-3. Burgemeester en wethouders verrichten
regelmatig een heronderzoek naar de voor het recht op bijstand van
belang zijnde gegevens. Het heronderzoek strekt zich mede uit
tot de naleving van de aan de bijstand verbonden verplichtingen.
Burgemeester en wethouders beoordelen tevens of er aanleiding
bestaat de verplichtingen aan te vullen dan wel te wijzigen.
-4. Het in het derde en vierde lid ² bedoelde
onderzoek omvat, tenzij op grond van artikel 107 ontheffing is
verleend van de verplichtingen gericht op inschakeling in de
arbeid in dienstbetrekking, mede een onderzoek naar de
mogelijkheden van de belanghebbende om door arbeid zelfstandig in
het bestaan te voorzien alsmede de wijze waarop deze mogelijkheden
kunnen worden vergroot.
-5. Bij beëindiging van de bijstand nemen
burgemeester en wethouders, na onderzoek, tijdig een besluit met
betrekking tot de wederzijds tussen de gemeente en de
belanghebbende resterende verplichtingen en de afwikkeling daarvan.
-6. Burgemeester en wethouders onderzoeken
regelmatig de financiële omstandigheden van degene aan wie zij
betalings- en aflossingsverplichtingen hebben opgelegd met betrekking tot de
verleende algemene bijstand. Indien het onderzoek daartoe
aanleiding geeft, besluiten burgemeester en wethouders tot
wijziging van de opgelegde betalings- en aflossingsverplichtingen.
1. Ingevolge artikel
78g, tweede lid, van de Wet werk en
bijstand vervalt artikel 66, voor zover het betreft zelfstandigen als
bedoeld in artikel 78f van de Wet
werk en bijstand, op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip;
ingevolge artikel 2, tweede lid, van het Besluit
van 23 december 2010, Stb. 2010, 839, is
artikel 66, voor zover het betreft zelfstandigen als bedoeld in artikel
78f van de Wet werk en bijstand, met
ingang van 1 juli 2011 vervallen, red.
2. Volgens de redactie
dient "derde en vierde lid" te worden vervangen door: tweede en derde lid.
|