Parlementaire
behandeling:
Kamerstukken II 1996-1997, 1997-1998, 25 264.
Handelingen II 1997-1998, blz. 1101-1134, 1352-1372,
1668-1687, 1915.
Kamerstukken I 1997-1998, 25 264 (133, 133a, 133b, 133c,
132f).
Handelingen I 1997-1998, blz. 1488-1504, 1508-1526 en
vergadering d.d. 12 mei 1998.
MEMORIE VAN TOELICHTING
WET van
14 mei 1998, Stb. 1998, 306, houdende regels voor
de niet-openbare arbeidsbemiddeling en het ter
beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet
allocatie arbeidskrachten door intermediairs).
Inwerkingtreding: 1 juli 1998 (Stb.
1998, 384).
WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen
te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het
wenselijk is de wettelijke regulering betreffende de
niet-openbare arbeidsbemiddeling in een aparte wet onder
te brengen, omdat dit niet meer past bij de regulering
in de Arbeidsvoorzieningswet 1996, en dat de algemene
vergunningsplicht voor het ter beschikking stellen van
arbeidskrachten wordt afgeschaft, maar dat wel enige
regulering op het terrein van het ter beschikking
stellen van arbeidskrachten dient te worden vastgelegd;
Zo is het, dat Wij, de Raad
van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK
1
Inleidende
bepalingen
Art. 1.
Begripsbepalingen [MvT]
-1. In deze wet en de
daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. de
Arbeidsvoorzieningsorganisatie: de
Arbeidsvoorzieningsorganisatie,
bedoeld in artikel 2 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996;
b. het Centraal
Bestuur: het Centraal Bestuur
voor de Arbeidsvoorziening, bedoeld in artikel 12
van de Arbeidsvoorzieningswet 1996;
c. Onze Minister:
Onze Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid;
d.
arbeidsbemiddeling: dienstverlening in de uitoefening
van beroep of bedrijf ten behoeve van een werkgever, een
werkzoekende, dan wel beiden, inhoudende het behulpzaam
zijn bij het zoeken van arbeidskrachten
onderscheidenlijk arbeidsgelegenheid, waarbij de
totstandkoming van een arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht dan wel een aanstelling tot ambtenaar
wordt beoogd;
e. ter beschikking
stellen van arbeidskrachten: het tegen vergoeding ter
beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander
voor het onder diens toezicht of leiding, anders dan
krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst,
verrichten van arbeid;
f. onderneming: de
onderneming, bedoeld in de
Wet op de ondernemingsraden.
-2. In afwijking van het
eerste lid, onderdeel d, wordt onder
arbeidsbemiddeling niet verstaan: het openbaar maken van
gegevens betreffende werkzoekenden of arbeidsplaatsen
door middel van drukpers, radio, televisie of een ander
communicatiemedium.
-3. In afwijking van het
eerste lid, onderdeel e, wordt onder ter
beschikking stellen van arbeidskrachten niet verstaan:
a. het ten behoeve
van een geleverde zaak of tot stand gebracht werk ter
beschikking stellen van arbeidskrachten;
b. het bij wijze van
hulpbetoon zonder winstoogmerk ter beschikking stellen
van arbeidskrachten die bij degene die hen ter
beschikking stelt, ten behoeve van arbeid in diens
onderneming in dienst zijn;
c. het ter
beschikking stellen van arbeidskrachten voor het
verrichten van arbeid in een onderneming die door
dezelfde ondernemer in stand wordt gehouden als die de
arbeidskrachten ter beschikking stelt.
-4. Met arbeidsbemiddeling
wordt gelijkgesteld de dienstverlening met het doel de
totstandkoming van overeenkomsten tot het verrichten van
arbeid, niet zijnde arbeidsovereenkomsten, te bevorderen
ten behoeve van beroepsbeoefenaars op het gebied van
kunsten, amusement en beroepssport.
HOOFDSTUK
2
Arbeidsbemiddeling
Art. 2.
Vergunning voor niet-openbare arbeidsbemiddeling
[MvT]
-1. Het is slechts
toegestaan met vergunning van de
Arbeidsvoorzieningsorganisatie arbeidsbemiddeling te
verlenen.
-2. Het eerste lid geldt
niet voor zover arbeidsbemiddeling ingevolge de wet
wordt verleend.
Art. 3.
Verplichtingen vergunninghouder [MvT]
-1. De vergunninghouder
bedingt voor de verleende arbeidsbemiddeling geen
tegenprestatie van de werkzoekende.
-2. Voor zover aan hem
bekend is of redelijkerwijs bekend kan zijn dat in een
bedrijf of onderneming, of een gedeelte daarvan, een
werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting bestaat,
verleent de vergunninghouder geen bemiddeling tot het
plaatsen van werkzoekenden in dat bedrijf of die
onderneming, of wel dat gedeelte daarvan, waar de
werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting heerst.
-3. De vergunninghouder
verleent aan alle personen die tot de categorieën
behoren die hij bemiddelt zijn diensten gelijkelijk.
Art. 4.
Vergunning voor bepaalde categorieën [MvT]
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld voor de vergunning tot arbeidsbemiddeling,
bedoeld in dit hoofdstuk, van bepaalde categorieën van
werkzoekenden of werkgevers. Deze regels hebben in ieder
geval betrekking op
|
De volledige, bijgewerkte pagina is alleen voor
abonnees beschikbaar.
Voor meer informatie
klik
hier.
|
|
|