Parlementaire
behandeling:
Kamerstukken II 1996-1997, 1997-1998, 25 533.
Handelingen II 1997-1998, blz. 4911-4941, 4989-5027,
5029-5035, 5205-5209.
Kamerstukken I 1997-1998, 25 533 (309, 309a, 309b, 309c,
309d); 1998-1999, 25 533 (11 (herdr.), 11a).
Handelingen I 1998-1999, zie vergadering d.d. 13 oktober
1998.
WET van
19 oktober 1998, Stb. 1998, 610, houdende regels
inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet).
Inwerkingtreding: 15 december 1998 (Stb.
1998, 664).
WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen
te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in
verband met de algehele liberalisering van de
telecommunicatie-infrastructuur en de
telecommunicatiediensten wenselijk is regels te stellen
ter waarborging van een samenhangende infrastructuur en
ter bevordering van de daadwerkelijke mededinging;
Zo is het, dat Wij, de Raad
van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
[Voor de
Algemene wet bestuursrecht relevante artikelen, red.]
HOOFDSTUK 19
Wijzigingen
in andere wetten
Art. 19.1.
In de bijlage bij de
Algemene wet bestuursrecht wordt
onderdeel D.2
vervangen door een onderdeel, luidende:
|
De volledige, bijgewerkte pagina is alleen voor
abonnees beschikbaar.
Voor meer informatie
klik
hier.
|
|
|