MEMORIE VAN TOELICHTING
Enkele nadere regelgeving:
- Besluit maatschappelijke ondersteuning
- Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
- Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999
- Besluit wachttijd bijzondere ziektekostenverzekering
- Besluit Wfsv
- Besluit zorgaanspraken AWBZ
- Bijdragebesluit zorg
- SZW-intrekkingsregeling 2004
- Regeling aanwijzing volkenrechtelijke organisaties in Nederland 2010
- Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg
- Regeling tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
- Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg
- Zorgindicatiebesluit
Vervallen nadere regelgeving:
- Besluit financiering uitvoeringsorganisatie bijzondere ziektekostenverzekering AWBZ (vervallen)
- Besluit regeling vergoeding Bijzondere Ziektekostenverzekering (vervallen)
- Besluit vrijwillige verzekering AWBZ (vervallen)
- Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering (vervallen)
- Regeling aanwijzing volkenrechtelijke organisaties in Nederland (vervallen)
Relevante overige regelgeving:
- Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet
- Wet maatschappelijke ondersteuning
- Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
- Zorgverzekeringswet
Inhoudsopgave AWBZ
Parlementaire behandeling:
Bijlage Handelingen II 1965-1966, 1966-1967, 1967-1968, 8457.
Handelingen II 1967-1968, blz. 258-342.
Bijlage Handelingen I 1967-1968, 8457.
Handelingen I 1967-1968, blz. ....-....
Geschiedenis:
Staatsblad
1995, 355; Staatsblad 1995, 681;
Staatsblad 1995, 684; Staatsblad
1995, 695; Staatsblad 1995, 691;
Staatsblad 1995, 696; Staatsblad
1996, 80; Staatsblad 1996, 478;
Staatsblad 1997, 63; Staatsblad 1997,
96; Staatsblad 1997, 488;
Staatsblad 1997, 510; Staatsblad 1997,
660; Staatsblad 1998, 203;
Staatsblad 1998, 267; Staatsblad 1999,
30; Staatsblad 1999, 185;
Staatsblad 1999, 239; Staatsblad 2000,
40; Staatsblad 2000, 42;
Staatsblad 2000, 338; Staatsblad 2000,
496; Staatsblad 2001, 23;
Staatsblad 2000, 605; Staatsblad 2001,
50; Staatsblad 2001, 386;
Staatsblad 2001, 625; Staatsblad 2002,
241; Staatsblad 2004, 32;
Staatsblad 2004, 50; Staatsblad 2004,
306; Staatsblad 2005, 37; Staatsblad 2005, 27;
Staatsblad 2005, 282; Staatsblad
2005, 347; Staatsblad 2005, 525; Staatsblad 2005, 530;
Staatsblad 2005, 571; Staatsblad
2005, 573; Staatsblad
2005, 710; Staatsblad 2005, 708;
Staatsblad 2006, 415; Staatsblad
2006, 605; Staatsblad 2006, 644;
Staatsblad 2007, 540; Staatsblad
2008, 63; Staatsblad 2008, 164;
Staatsblad 2008, 271; Staatsblad
2008, 526; Staatsblad 2009, 108;
Staatsblad 2009, 384;
Staatsblad 2009, 265; Staatsblad
2010, 350; Staatsblad 2011, 9;
Staatsblad 2011, 111; Staatsblad
2011, 204; Staatsblad 2011,
561; Staatsblad 2012, 77;
Staatsblad 2012, 381; Staatsblad
2012, 547; Staatsblad 2012,
679; Staatsblad 2012, 682;
Staatsblad 2013, 316;
Staatsblad 2013, 560;
Staatsblad 2013, 578;
Staatsblad 2014, 105;
Staatsblad 2014, 106;
Staatsblad 2014, 259;
Staatsblad 2014, 280.
WET van 14 december 1967, Stb. 1967, 617, houdende algemene
verzekering bijzondere ziektekosten (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten).
Laatste tekstplaatsing: Stb. 1992, 392. Inwerkingtreding:
1 januari 1968 (Stb. 1967, 654).
WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin
der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging
genomen hebben, dat het wenselijk is regelen vast te stellen
inzake een algemene, de gehele bevolking omvattende verplichte
verzekering bijzondere ziektekosten;
Zo is het, dat Wij, de
Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1
Algemene bepalingen
Art. 1.
[Begripsbepalingen]
[Geschiedenis:
OvW; MvT
+ bis; Stb. 1995, 696; Stb.
1996, 80; Stb. 1997, 660
+ bis + bis;
Stb. 1998, 203; Stb.
1999, 185; Stb. 1999, 239;
Stb. 2000, 496; Stb.
2001, 23; Stb.
2005, 37; Stb. 2005, 27 + bis;
Stb. 2005, 525; Stb
2005, 571; Stb. 2006, 415;
Stb. 2008, 164; Stb.
2009, 108; Stb. 2011, 9;
Stb. 2011, 111 + bis
+ bis; Stb.
2011, 561; Stb. 2012, 77;
Stb. 2012, 679;
Stb. 2013, 316;
Stb. 2013, 560;
Stb. 2013, 578]
-1. In deze wet en de daarop
berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Sociale verzekeringsbank: de Sociale
verzekeringsbank, genoemd in artikel 3 van de
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
b. verzekeraar: een
verzekeringsonderneming als bedoeld in Richtlijn nr. 73/239/EEG van de Raad van
de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1973 tot coördinatie van
de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot
het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringbranche
en de uitoefening daarvan (PbEG L 228);
c. zorgverzekeraar: een
zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel
b, van de Zorgverzekeringswet die deze wet ten aanzien
van de verzekerden wenst uit te voeren en zich overeenkomstig artikel
33 heeft aangemeld;
d. vervallen;
e. instelling:
1º. een instelling in de
zin van de Wet
toelating zorginstellingen;
2º. een organisatorisch
verband dat gevestigd is buiten het grondgebied van het
Europese deel van Nederland en overeenkomstig de daar
geldende wetgeving rechtmatig gezondheidszorg verstrekt
als bedoeld bij of krachtens artikel 6;
f. Onze Minister: Onze
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
g. Zorginstituut: het
Zorginstituut Nederland, genoemd in
artikel 58,
eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;
h. zorgautoriteit: de zorgautoriteit, bedoeld in de
Wet marktordening gezondheidszorg;
i. Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten: het fonds,
genoemd in artikel 89 van de Wet
financiering sociale verzekeringen;
j. zorgaanbieder: een
instelling of persoon die zorg als bedoeld in artikel 6 verleent;
k. lichamen: rechtspersonen, maat- en vennootschappen,
samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk gelijk
kunnen worden gesteld, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en doelvermogens;
l. vreemdeling: een vreemdeling als bedoeld in de
Vreemdelingenwet 2000;
m. burgerservicenummer: het
burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de
Wet
algemene bepalingen burgerservicenummer;
n. continentaal plat: de
exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de
Rijkswet instelling exclusieve economische zone,
voor zover deze grenst aan de territoriale zee van Nederland;
o. het CAK, genoemd in artikel 48, eerste lid.
-2. Voor de toepassing van deze wet en de daarop
berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;
d. gehuwde: als partner geregistreerde.
-3. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt:
a. als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde
meerderjarige die met een andere ongehuwde meerderjarige een gezamenlijke huishouding
voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;
b. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden
leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.
-4. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun
hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te
dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de
kosten van de huishouding dan wel anderszins.
-5. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht
indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:
a. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de
toepassing van deze wet daarmee gelijk zijn gesteld;
b. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning
heeft plaatsgevonden van een kind van de één door de ander;
c. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de
huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of
d. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een
gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de
gezamenlijke huishouding, bedoeld in het vierde lid.
-6. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke
registraties, en gedurende welk tijdvak, in aanmerking worden genomen
voor de toepassing van het vijfde lid, onderdeel d.
-7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten
aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het blijk geven zorg te dragen
voor een ander, zoals bedoeld in het vierde lid.
Art.
2. [Begrip ingezetene]
[Geschiedenis:
OvW; MvT]
Ingezetene in de zin van deze wet is degene die in Nederland woont.
Art.
3. [Woonplaats, vestigingsplaats]
[Geschiedenis:
OvW; MvT;
Stb. 2005, 710;
Stb. 2010, 350]
-1. Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de
omstandigheden beoordeeld.
-2. Voor de toepassing van het eerste lid worden
schepen welke in Nederland hun thuishaven hebben, ten opzichte
van de bemanning als deel van Nederland beschouwd.
-3. Hij die Nederland metterwoon heeft verlaten en binnen één jaar
nadien metterwoon terugkeert zonder inmiddels in Sint Maarten, Curaçao, de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius, Saba, Aruba ¹ of op het grondgebied van een andere mogendheid te
hebben gewoond, wordt ook voor de duur van zijn afwezigheid geacht in Nederland te hebben gewoond.
1. Volgens de redactie dient
"Sint Maarten, Curaçao, de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius, Saba, Aruba" te worden vervangen door: Aruba, Curaçao,
Sint Maarten, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Art.
4. [Uitvoeringsinstellingen]
[Geschiedenis:
OvW;
MvT;
Stb. 1999, 185; Stb.
2001, 23; Stb. 2001, 386;
Stb. 2005, 525;
Stb. 2013, 578]
In de uitvoering van de in deze wet geregelde verzekering wordt, voor
zover bij of krachtens deze wet niet anders is bepaald, voorzien door de
zorgverzekeraars en het Zorginstituut.
HOOFDSTUK II
Kring der verzekerden
Art.
5. [Kring verzekerden]
[Geschiedenis:
OvW;
MvT;
Stb. 1998, 203; Stb.
1999, 30; Stb. 2000, 338;
Stb. 2000, 496; Stb.
2001, 23; Stb.
2008, 526; Stb. 2011, 9;
Stb. 2011, 111]
-1. Verzekerd overeenkomstig de
bepalingen van deze wet is degene die:
|
Klik hier om de volledige, bijgewerkte pagina te verkrijgen.
|
|
|
|