TIJDELIJKE WET VERKORTING ERKENNINGENDUUR PUBLIEKE OMROEPEN
Tekst zoals deze geldt op 31 augustus 2008
Vervallen m.i.v. 1 september 2008 (Stb. 2005, 277)
WET van 12 mei 2005, Stb. 2005, 277, houdende het van rechtswege verlenen van erkenningen voor landelijke publieke omroep en verkorting van de duur van erkenningen en voorlopige erkenningen voor landelijke publieke omroep (Tijdelijke wet verkorting erkenningenduur publieke omroepen). Inwerkingtreding: 3 juni 2005.
WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze
zullen zien of horen lezen, saluut! doen te
weten:
Artikel 1In afwijking van artikel 39f, eerste lid, van de Mediawet, wordt de door het Commissariaat voor de Media met ingang van 1 september 2005 aan kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, dan wel aan rechtspersonen waarin twee of meer van deze genootschappen samenwerken, te verlenen zendtijd verleend voor een periode van drie jaren. Artikel 2
Artikel 3Indien het Commissariaat voor de Media vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 39f van de Mediawet aan kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, dan wel aan rechtspersonen waarin twee of meer van deze genootschappen samenwerken, zendtijd heeft verleend voor een periode van vijf jaren, wordt deze zendtijd met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van rechtswege omgezet in zendtijd voor een periode van drie jaren. Artikel 4
Artikel 5Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Artikel 6Deze wet vervalt met ingang van 1 september 2008. Bij koninklijk besluit kan een ander tijdstip worden bepaald waarop deze wet vervalt. Artikel 7Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet verkorting erkenningen duur publieke omroepen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 12 mei 2005
BEATRIX
De Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
Uitgegeven de tweede juni 2005
|
|