WET van 15 september 1994,
Stb. 1994, 804, houdende toekenning
van een uitkering-ineens aan bepaalde
categorieën pensioen- en uitkeringsgerechtigden
in de overheidssector. Inwerkingtreding: 25
november 1994.
WIJ BEATRIX, bij de
gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze
zullen zien of horen lezen, saluut! doen te
weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het
wenselijk is, in verband met de centrale
overeenkomst arbeidsvoorwaardenbeleid
overheidspersoneel 1 april 1992 - 31 maart 1993,
regelen te stellen voor de toekenning van een
uitkering-ineens aan bepaalde categorieën
pensioen- en uitkeringsgerechtigden in de
overheidssector;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben
goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
Artikel 1
-
1.Betrokkene
in de zin van deze wet is degene die in
de maand september 1992 recht heeft op:
-
a. een pensioen ingevolge de
Algemene burgerlijke pensioenwet, de
Spoorwegpensioenwet, of de Algemene
militaire pensioenwet dan wel een
vroegere militaire pensioenwet,
genoemd in artikel A 1, eerste lid,
onderdeel j,
van laatstgenoemde wet;
-
b. een pensioen dat is
toegekend dan wel mede is toegekend
krachtens de Wet van 25 mei 1962,
Stb. 1962, 196;
-
c. een pensioen als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, onderdeel
c of
d, van de
Toeslagwet Indonesische pensioenen
1956 dan wel een krachtens het
tweede lid van dat artikel daarmee
gelijkgestelde uitkering op grond
van de Toeslagregeling pensioenen
Suriname en Nederlandse Antillen;
-
d. een pensioen of een
uitkering op grond van de tweede of
de derde afdeling van de Algemene
pensioenwet politieke ambtsdragers;
-
e. een uitkering of toelage
als bedoeld in artikel 1 van de Wet
uitkering wegens vrijwillig
vervroegd uittreden dan wel een
uitkering als bedoeld in artikel 2
van de Uitkeringswet gewezen
militairen;
-
2.Bij een
verordening als bedoeld in de vijfde
afdeling van de in het eerste lid,
onderdeel d,
genoemde wet kan worden bepaald dat
degene aan wie over de maand september
1992 een termijn wordt uitbetaald van
een pensioen of een uitkering ingevolge
die verordening, wordt beschouwd als
betrokkene.
-
3.Deze wet
verstaat onder berekeningsgrondslag het
(bruto)bedrag van de over de maand
september 1992 feitelijk uit te betalen
uitkering respectievelijk het
(bruto)bedrag aan pensioen dat zou zijn
uit te betalen indien geen toepassing
zou zijn gegeven aan bepalingen
betreffende inbouw of franchise.
Artikel 2
-
1.Aan de
betrokkene wordt in de maand oktober
1992 of zo spoedig mogelijk daarna een
uitkering-ineens uitbetaald door het
orgaan dat hem de in
artikel 1 bedoelde termijn van een
pensioen of een uitkering uitbetaalt.
-
2.De
uitkering-ineens bedraagt 5,56 procent
van de voor de betrokkene geldende
berekeningsgrondslag dan wel 6 procent
van die grondslag indien daaruit het
effect van de vakantie-uitkering is
verwijderd.
-
3.De
uitkering-ineens maakt geen deel uit van
het pensioen of de uitkering waarvan
deze is afgeleid.
Artikel 3
Indien de betrokkene in de
maand september van het jaar 1992 is
overleden, wordt in afwijking van de
artikelen 1 en
2 uitsluitend aan zijn
rechtverkrijgenden een uitkering-ineens
toegekend van 5,56 procent van de
berekeningsgrondslag van een volledige
termijn van pensioen of uitkering over die
maand dan wel 6 procent van die grondslag
indien daaruit het effect van de
vakantie-uitkering is verwijderd.
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met
ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad
waarin zij wordt geplaatst en werkt terug
tot en met 1 september 1992.
Lasten en bevelen
dat deze in het Staatsblad zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten,
colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de
nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 15 september 1994
BEATRIX
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H.F. Dijkstal
De Minister van Defensie,
J.J.C. Voorhoeve
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink
Uitgegeven de vierentwintigste
november 1994
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
|