MEMORIE VAN TOELICHTING
WET van 25 februari 2008,
Stb.
2008, 70,
houdende regeling van het conflictenrecht
betreffende het goederenrechtelijke regime met
betrekking tot zaken, vorderingsrechten,
aandelen en giraal overdraagbare effecten (Wet
conflictenrecht goederenrecht).
Inwerkingtreding: 1 mei 2008 (Stb.
2008, 105).
WIJ
BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen,
saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het
wenselijk is een wettelijke regeling te geven
van het conflictenrecht betreffende het
goederenrechtelijke regime met betrekking tot
zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal
overdraagbare effecten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben
goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
Titel 1. Algemene
bepalingen
Artikel 1
-
1. Deze wet
laat onverlet het op 1 juli 1985 te
’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
inzake het recht dat toepasselijk is op
trusts en inzake de erkenning van trusts
(Trb. 1985, 141), alsmede de Wet
conflictenrecht trusts. Onverminderd
hetgeen voortvloeit uit dat verdrag en
die wet, is een rechtshandeling die
strekt tot een door Nederlands recht
beheerste overdracht aan de trustee van
een trust als bedoeld in artikel 1 van
die wet welke wordt beheerst door
buitenlands recht, niet een ongeldige
titel op de enkele grond dat die
rechtshandeling tot doel heeft dat goed
over te dragen tot zekerheid of de
strekking mist het goed na de overdracht
in het vermogen van de verkrijger te
doen vallen.
-
2. Deze wet
laat onverlet de richtlijn nr. 93/7/EEG
van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 15 maart 1993
betreffende de teruggave van
cultuurgoederen die op onrechtmatige
wijze buiten het grondgebied van een
lidstaat zijn gebracht (Pb L74), de
Implementatiewet bescherming
cultuurgoederen tegen illegale uitvoer
alsmede de Uitvoeringswet UNESCO-verdrag
1970 inzake onrechtmatige invoer,
uitvoer of eigendomsoverdracht van
cultuurgoederen.
-
3. In deze
wet wordt onder toepassing van de wet
van een staat verstaan de toepassing van
de rechtsregels die in die staat gelden
met uitzondering van het internationaal
privaatrecht.
Titel 2. Het
goederenrechtelijke regime met betrekking
tot zaken
Artikel 2
-
1.Behoudens
voor zover in het tweede en het derde
lid anders is bepaald, wordt het
goederenrechtelijke regime met
betrekking tot een zaak beheerst door
het recht van de staat op welks
grondgebied de zaak zich bevindt.
-
2.Behoudens
artikel 3 van de Wet van 18 maart 1993,
Stb. 168, houdende enige bepalingen van
internationaal privaatrecht met
betrekking tot het zeerecht, het
binnenvaartrecht en het luchtrecht,
wordt het goederenrechtelijke regime met
betrekking tot teboekstaande schepen
beheerst door het recht van de staat
waar het schip teboekstaat.
-
3.Het
goederenrechtelijke regime met
betrekking tot teboekstaande
luchtvaartuigen en luchtvaartuigen die
uitsluitend staan ingeschreven in een
nationaliteitsregister als bedoeld in
artikel 17 van het op 7 december 1944 te
Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake
de internationale burgerluchtvaart, Stb.
1947, H 165, wordt beheerst door het
recht van de staat waar het
luchtvaartuig teboekstaat of in het
nationaliteitsregister staat
ingeschreven.
-
4.Het in de
vorige leden bedoelde recht bepaalt in
het bijzonder:
-
a. of een zaak roerend of
onroerend is;
-
b. wat een bestanddeel van
een zaak is;
-
c. of een zaak vatbaar is
voor overdracht van de eigendom
ervan of vestiging van een recht
erop;
-
d. welke vereisten aan een
overdracht of vestiging worden
gesteld;
-
e. welke rechten op een zaak
kunnen rusten en welke de aard en de
inhoud van deze rechten zijn;
-
f. op welke wijze die rechten
ontstaan, zich wijzigen, overgaan en
tenietgaan en welke hun onderlinge
verhouding is.
-
5.Voor de
toepassing van het vorige lid is, wat
betreft de verkrijging, de vestiging, de
overgang, de wijziging of het tenietgaan
van rechten op een zaak, bepalend het
tijdstip waarop de daarvoor
noodzakelijke rechtsfeiten geschieden.
-
6.De
voorgaande leden zijn van
overeenkomstige toepassing in het geval
van overdracht en van vestiging van
rechten op zakelijke rechten.
Artikel 3
-
1.De
goederenrechtelijke gevolgen van een
eigendomsvoorbehoud worden beheerst door
het recht van de staat op welks
grondgebied de zaak zich op het tijdstip
van levering bevindt. Zulks laat
onverlet de verbintenissen die volgens
het op het beding van
eigendomsvoorbehoud toepasselijke recht,
daaruit kunnen voortvloeien.
-
2.In
afwijking van de eerste zin van het
eerste lid kunnen partijen overeenkomen
dat de goederenrechtelijke gevolgen van
een eigendomsvoorbehoud van een voor
uitvoer bestemde zaak worden beheerst
door het recht van de staat van
bestemming indien op grond van dat recht
het eigendomsvoorbehoud niet zijn
werking verliest totdat de prijs
volledig is betaald. De aldus
overeengekomen aanwijzing heeft slechts
gevolg indien de zaak daadwerkelijk in
de aangewezen staat van bestemming wordt
ingevoerd.
-
3.De
voorgaande leden zijn van
overeenkomstige toepassing op de
goederenrechtelijke gevolgen van leasing
van zaken die bestemd zijn voor gebruik
in het buitenland.
Artikel 4
Onverminderd artikel 6, aanhef
en onder a, van de Wet van 18 maart 1993,
Stb. 168, houdende enige bepalingen van
internationaal privaatrecht met betrekking
tot het zeerecht, het binnenvaartrecht en
het luchtrecht, worden het ontstaan en de
inhoud van een recht van retentie bepaald
door het recht dat de daaraan ten grondslag
liggende rechtsverhouding beheerst. Een
recht van retentie kan slechts geldend
worden gemaakt voor zover het recht van de
staat op welks grondgebied de zaak zich
bevindt, zulks toelaat.
Artikel 5
Rechten op een zaak, die
overeenkomstig het ingevolge deze wet
toepasselijke recht zijn verkregen of
gevestigd, blijven daarop rusten, ook
wanneer die zaak wordt overgebracht naar een
andere staat. Deze rechten kunnen niet
worden uitgeoefend op een wijze die
onverenigbaar is met het recht van de staat
op welks grondgebied de zaak zich ten tijde
van die uitoefening bevindt.
Artikel 6
De rechtsgevolgen van de
verkrijging van een zaak van een
beschikkingsonbevoegde worden beheerst door
het recht van de staat op welks grondgebied
de zaak zich ten tijde van die verkrijging
bevond.
Artikel 7
-
1.Indien het
bezit van een zaak onvrijwillig is
verloren en na dit verlies onbekend is
in welke staat de zaak zich bevindt,
worden de rechtsgevolgen van
goederenrechtelijke rechtshandelingen,
door de eigenaar of zijn rechtsopvolger
verricht, beheerst door het recht van de
staat op welks grondgebied de zaak zich
voor het bezitsverlies bevond.
-
2.Is in het
in het vorige lid bedoelde geval het
verlies door een verzekering gedekt, dan
bepaalt het recht dat de
verzekeringsovereenkomst beheerst, of en
op welke wijze de eigendom op de
verzekeraar overgaat.
Artikel 8
-
1.Het
goederenrechtelijke regime met
betrekking tot een zaak die krachtens
een overeenkomst van internationaal
vervoer wordt vervoerd, wordt beheerst
door het recht van de staat van
bestemming.
-
2.Indien het
in het eerste lid bedoelde vervoer
plaatsvindt ter uitvoering van een
koopovereenkomst of een andere
overeenkomst die verplicht tot
overdracht van de vervoerde zaak, of ter
uitvoering van een tot vestiging van
rechten op die zaak verplichtende
overeenkomst, wordt, in afwijking van
het eerste lid, een aanwijzing van het
op de bedoelde overeenkomst
toepasselijke recht, opgenomen in die
overeenkomst, geacht mede betrekking te
hebben op het goederenrechtelijke regime
met betrekking tot de vervoerde zaak.
Titel 3. Het
goederenrechtelijke regime met betrekking
tot vorderingsrechten
Artikel 9
Indien een vordering
belichaamd is in een stuk, bepaalt het recht
van de staat op welks grondgebied het stuk
zich bevindt, of de vordering een vordering
op naam dan wel een vordering aan toonder
is.
Artikel 10
-
1.De
vatbaarheid van een vordering op naam
voor overdracht dan wel voor vestiging
daarop van rechten wordt beheerst door
het recht dat op de vordering van
toepassing is.
-
2.Voor het
overige wordt het goederenrechtelijke
regime met betrekking tot een vordering
op naam beheerst door het recht dat op
de tot overdracht of vestiging van
rechten verplichtende overeenkomst
toepasselijk is. Dat recht bepaalt in
het bijzonder:
-
a. welke vereisten aan een
overdracht of vestiging worden
gesteld;
-
b. wie gerechtigd is tot
uitoefening van de in de vordering
besloten rechten;
-
c. welke rechten op de
vordering kunnen rusten en welke de
aard en de inhoud van deze rechten
zijn;
-
d. op welke wijze die rechten
zich wijzigen, overgaan en
tenietgaan en welke hun onderlinge
verhouding is.
-
3.De
betrekkingen tussen de cessionaris,
onderscheidenlijk de gerechtigde, en de
schuldenaar, de voorwaarden waaronder de
overdracht van een vordering op naam dan
wel de vestiging daarop van een recht
aan de schuldenaar kan worden
tegengeworpen, alsmede de vraag of de
schuldenaar door betaling is bevrijd,
worden beheerst door het recht dat op de
vordering van toepassing is.
Artikel 11
-
1.Het
goederenrechtelijke regime met
betrekking tot een vordering aan toonder
wordt beheerst door het recht van de
staat op welks grondgebied het
toonderstuk zich bevindt.
Artikel 10, eerste en tweede lid, is
van overeenkomstige toepassing op de
vraag welke onderwerpen door dat recht
worden beheerst.
-
2.De
betrekkingen tussen de verkrijger en de
schuldenaar, de voorwaarden waaronder de
overdracht van de vordering dan wel de
vestiging daarop van een recht aan de
schuldenaar kan worden tegengeworpen,
alsmede de vraag of de schuldenaar door
betaling is bevrijd, worden beheerst
door het recht dat op de vordering van
toepassing is.
-
3.De
artikelen 5 en
6 zijn van overeenkomstige
toepassing op vorderingen aan toonder.
Titel 4. Het
goederenrechtelijke regime met betrekking
tot aandelen
Artikel 12
Indien een stuk een
aandeelbewijs is volgens het recht dat van
toepassing is op de in dat stuk vermelde
uitgevende vennootschap, bepaalt het recht
van de staat op welks grondgebied het
aandeelbewijs zich bevindt, of het een
aandeel op naam dan wel een aandeel aan
toonder betreft.
Artikel 13
-
1.Het
goederenrechtelijke regime met
betrekking tot een aandeel op naam wordt
beheerst door het recht dat van
toepassing is op de vennootschap die het
aandeel uitgeeft dan wel heeft
uitgegeven.
Artikel 10, eerste en tweede lid, is
van overeenkomstige toepassing op de
vraag welke onderwerpen door dat recht
worden beheerst.
-
2.In
afwijking van het eerste lid kan met
betrekking tot aandelen op naam in een
Nederlandse naamloze vennootschap
waaraan, ter bevordering van de
verhandelbaarheid aan een
gereglementeerde buitenlandse
effectenbeurs een in de staat van
vestiging van de beurs gebruikelijke
vorm is gegeven, door de uitgevende
vennootschap worden bepaald dat het
goederenrechtelijke regime wordt
beheerst door het recht van de staat van
vestiging van de betrokken beurs dan wel
het recht van de staat waarin met
instemming van de betrokken beurs
leveringen en andere goederenrechtelijke
rechtshandelingen betreffende de
aandelen kunnen of moeten worden
verricht.
-
3.Een
aanwijzing van het toepasselijke recht
als in het tweede lid bedoeld dient
uitdrukkelijk, op voor belanghebbenden
kenbare wijze, te worden gedaan. Tevens
dient deze aanwijzing te worden
bekendgemaakt in twee landelijk
verspreide Nederlandse dagbladen.
-
4.De
betrekkingen tussen de aandeelhouder,
onderscheidenlijk de gerechtigde, en de
vennootschap, alsmede de voorwaarden
waaronder de overdracht dan wel de
vestiging van een recht aan de
vennootschap kan worden tegengeworpen,
worden beheerst door het recht dat van
toepassing is op de vennootschap die het
aandeel heeft uitgegeven.
Artikel 14
-
1.Het
goederenrechtelijke regime met
betrekking tot een aandeel aan toonder
wordt beheerst door het recht van de
staat waar het toonderstuk zich bevindt.
Artikel 10, eerste en tweede lid, is
van overeenkomstige toepassing op de
vraag welke onderwerpen door dat recht
worden beheerst.
-
2.De
betrekkingen tussen de aandeelhouder,
onderscheidenlijk de gerechtigde, en de
vennootschap, alsmede de voorwaarden
waaronder de overdracht dan wel de
vestiging van een recht aan de
vennootschap kan worden tegengeworpen,
worden beheerst door het recht dat van
toepassing is op de vennootschap.
-
3.De
artikelen 5 en
6 zijn van overeenkomstige
toepassing op aandelen aan toonder.
Titel 5. Het
goederenrechtelijke regime met betrekking
tot giraal overdraagbare effecten
Artikel 15
Indien een aandeel behoort tot
een verzameling van effecten die giraal
overdraagbaar zijn, is op het
goederenrechtelijke regime met betrekking
tot dat aandeel
titel 4 niet van toepassing voor zover
de bepalingen daarvan afwijken van
artikel 16.
Artikel 16
-
1.Het
goederenrechtelijke regime met
betrekking tot giraal overdraagbare
effecten wordt beheerst door het recht
van de staat op welks grondgebied de
rekening waarin de effecten worden
geadministreerd, wordt gehouden.
-
2.Het in het
vorige lid bedoelde recht bepaalt in het
bijzonder:
-
a. welke rechten op de
effecten kunnen rusten en welke de
aard en de inhoud van deze rechten
zijn;
-
b. welke vereisten aan de
overdracht of de vestiging van de
onder a bedoelde rechten worden
gesteld;
-
c. wie gerechtigd is tot de
uitoefening van de in de effecten
besloten rechten;
-
d. op welke wijze de onder a
bedoelde rechten zich wijzigen,
overgaan en tenietgaan en welke hun
onderlinge verhouding is;
-
e. de executie.
Titel 6.
Slotbepalingen
Artikel 17
[Wijzigt de Wet algemene bepalingen]
Artikel 18
[Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 3]
Artikel 19
[Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7]
Artikel 20
[Wijzigt de Faillissementswet]
Artikel 21
[Wijzigt de Wet bepalingen van
internationaal privaatrecht met betrekking
tot zeerecht en binnenvaartrecht]
Artikel 22
Deze wet treedt in werking op
een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.
Artikel 23
Deze wet wordt aangehaald als:
Wet conflictenrecht goederenrecht.
Lasten en bevelen, dat deze in het
Staatsblad zal worden geplaatst, en dat
alle ministeries, colleges en ambtenaren wie
zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de
hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 25 februari 2008
BEATRIX
De Minister van Justitie,
E.M.H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de zesde maart 2008
De Minister van Justitie,
E.M.H. Hirsch Ballin
|
|